Steven Lauwers laat zien wat er allemaal in de serres groeit: “Hier staan de potten rode zuring, daar staan grote bakken vol citroenverbena.” Samen met zijn broers Arthur en Wim runt hij het familiebedrijf Vegobel, gespecialiseerd in tuinkruiden.
“We kweken meer dan honderd verschillende kruiden. Alleen al van basilicum hebben we drie verschillende varianten. Niet alleen dat grootbladige basilicum uit Italië, maar ook het pistoubasilicum met kleine blaadjes en Thais basilicum met een frisse anijssmaak. Heb je wel eens ananasmunt geproefd? Of chocolademunt? Gembermunt? Dat groeit hier allemaal, we hebben hele bijzondere plantjes in huis.”
‘Ga ik met mijn broers uit eten, dan willen we precies weten welke kruiden er op ons bord liggen.’ - Steven Lauwers
Hoe ontdekken ze nieuwe kruiden? “Onze horeca-klanten brengen ons soms op een idee”, vertelt Steven. “Ze vragen: kunnen jullie ook daslook kweken? Of oesterblad? Dan proberen we dat.” Gaan de broers uit eten, dan pluizen ze hun bordjes helemaal uit. “Wat is dat groene blaadje daar, willen we weten. We blijven toch altijd met ons vak bezig, dat is onvermijdelijk.” Zo kwam stevia in het assortiment, een natuurlijke zoetmaker. De eetbare bloemetjes, zoals komkommerkruid, viooltjes en goudsbloemen, zijn ook in de horeca een hit. En: honderd procent biologisch. Logisch, voor Steven. “Het is eigenlijk heel gek dat je iets om je maaltijd op te vrolijken eerst zou moeten afwassen voordat je het kunt eten”, zegt hij. “Het zijn pure smaken, die moeten puur natuur blijven.”
Groene kassen
De serres zijn bij Vegobel groen, in elke betekenis van het woord. De ecologische voetafdruk is gering. Zo wordt het regenwater opgevangen om de planten water te geven. “We filteren het water en hergebruiken het, niks gaat verloren. Op het dak liggen zonnepanelen en via een gasturbine genereren we warmte om de serres te verwarmen. De CO2 die de turbine uitstoot, blazen we gedoseerd terug de serre in. De planten worden er sterker van en ze zetten de koolstofdioxide overdag weer om in zuurstof.”
Hoeveel tuinkruiden werden zonet genoemd en wat kan je ermee doen?
Als we de varianten van ‘basilicum’ en ‘munt’ telkens als één kruid beschouwen en we scheren voor het praktische gemak ook alle ‘eetbare bloemen’ over dezelfde kam, komen we al aan acht lekkere tuinkruiden. Let’s meet.
Rode zuring
Tegen de vorst hebben ze wat bescherming nodig, maar je krijgt er dan wel een hoop frisgroene blaadjes met mooie rode nerven voor in de plaats. Rode zuring hoort thuis in paling in het groen, of fijngesneden in een omelet, en je kan het ook gewoon door de sla mengen. Het lijkt wat op spinazie – qua bereidingswijze – en bevat naast ijzer ook best wat vitamine C.
Citroenverbena
Deze uit Zuid-Amerika afkomstige plant laat zich nog het liefst in een kruidenthee verwerken. ‘Verveinethee’ smaakt naar citrus en blijkt een antioxidanten-bom te zijn. Minder stress, minder spanning en een betere nachtrust zijn het gevolg. Ook in panna cotta wordt citroenverbena als smaakmaker gebruikt, op een manier die aan laurier doet denken.
Basilicum
Er bestaan verschillende soorten, elk met hun specifieke nuances en toepassingen. Dit zoete ‘koningskruid’ is vooral in de mediterrane – lees: Italiaanse – keuken een klassiek ingrediënt. De blaadjes zorgen zowel puur als versnipperd in een pesto of saus voor een schat aan extra mineralen. In Azië gebruiken ze ook het zaad.
Munt
Ananasmunt – donzige blaadjes die naar ananas ruiken – staat in het rijtje met ‘mentha arvensis banana' en ‘mentha arvensis strawberry': snoeperige varianten die in ijsjes of fruitsalade passen. De meest geteelde munt is evenwel de klassieke, groene versie die je zeer veel tuinen aantreft. Makkelijk groeiend, vol smaak en altijd opvallend.
Daslook
Dit wilde familielid van de gedomesticeerde knoflook ruikt naar zijn neef, en naar uien. Vooral in Centraal-Europa is ‘daslook plukken’ echt een activiteit en daarna verdwijnen de bladeren probleemloos in salades, kruidenmengsels en soepen. De bladeren, inderdaad, en omdat ze goed op meiklokjes lijken, let je toch beter een beetje op.
Oesterblad
De naam geeft het weg: deze bodembedekker is zowat de veggy oester. Bladeren, wortels, bloemen, de bewoners in de Noordpoolcirkel kennen deze lichtblauwe plant al lang. Ziltig, een beetje ansjovis-achtig volgens sommigen, dit is de zee op een blaadje. In een blaadje. In een serieus blaadje, want als sierplant wordt dit een stevige jongen.
Stevia
Een vervanger van suiker is het niet helemaal. Het is het extract dat uit de blaadjes van de ‘stevia rebaudiana’ gedistilleerd wordt dat voor een zoete smaak kan zorgen. Zonder calorieën dan wel, zonder effect op de bloedsuikerspiegel en met zowat 250 keer meer ‘zoet’ dan gewone suiker. Beter voor de tanden en de gezondheid.
Komkommerkruid, viooltjes en goudsbloemen: eetbare bloemen
Wij – in de lange landen – zijn het niet echt gewoon maar bloemen kunnen zowel voor kleur als voor smaak op je bord zorgen. De pittige, kleurrijke Oost-Indische kers op een toastje, de gelige kleur die goudsblomme aan soep of saus kan geven, viooltjes op het dessert, de sterk geurende lichtpaarse bloemen van muskaatsalie, de blauwe sterkvormige ‘komkommerkruid’-bloem, rozen, madeliefjes, vlier, zelfs paardenbloemen en brandnetels zijn lekker en bruikbaar.