In een geglobaliseerde wereld, waarin consumenten evolueren en bewustzijn groeit, heeft eerlijke handel een plaats. Meer nog: fair trade is het fundament om – veraf én dichtbij – op verantwoorde wijze te evolueren in de richting van een betere, faire, wereld.
Kleine producenten, boeren en ambachtslieden verdienen eerlijk en rechtvaardig loon naar werken. Het lijkt evident, het kan altijd beter en gelukkig worden er elke dag stappen in de juiste richting gezet. In 1859 schreef een teleurgestelde ambtenaar uit Nederlands-Indië, Eduard Douwes Dekker, onder het pseudoniem Multatuli het boek ‘Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij’. Hoewel Multatuli als 19e-eeuwse schrijver niet tegen het kolonialisme protesteerde, introduceerde hij een ‘fair trade-idee’, door de plaatselijke uitbuiting en corruptie aan de kaak te stellen. Het leidde meer dan een eeuw later tot een ‘Max Havelaar’-fairtradekeurmerk.
Het basisidee achter fair trade is dat producten worden verhandeld op een manier die eerlijk is voor alle betrokken partijen, van de boer die ze verbouwt tot de consument die ze koopt. Hoe korter die keten, hoe praktischer het vaak is om de kans op uitbuiting klein te houden. De Korte Keten is een concept dat we hier, lokaal, ondertussen goed weten te waarderen. Geen toeval, want wat voor de producent in het Zuiden geldt, geldt natuurlijk net zo goed voor de landbouwer in België: een redelijk inkomen, via eerlijke handel, is een basisvoorwaarde om vooruit te kunnen kijken.
Van ‘fair trade’ naar een faire wereld
Logischerwijs mondt de World Fair Trade Day (13 mei) uit in de Week van de Korte Keten (13-21 mei). De twee gaan hand in hand. Met een beetje aanleg voor ouderwets ‘Noord/Zuid’-denken kan je het doelgebied van de eerste nog onder de evenaar situeren en het tweede erboven, al is de realiteit dat ze eigenlijk één en hetzelfde zijn. Of minstens dezelfde bedoeling nastreven. ‘Fair trade’ evolueert als concept ook duidelijk in die richting: van een eerlijkere koffiehandel en Max Havelaar in 1859 naar een faire wereld anno 2023, het is een veel kleinere stap dan op het eerste zicht lijkt.
Een stabiel inkomen betekent immers zekerheid en die zekerheid biedt perspectief. Wie perspectief heeft, wil investeren in de ontwikkeling van zijn of haar gemeenschap. In het Zuiden levert het scholen, opleiding, gezondheidszorg en meer duurzame landbouwsystemen op. Bij ons vertaalt het zich in erkenning, waardering, een rechtvaardig inkomen en verse, kwaliteitsvolle producten. In beide gevallen leidt het tot vooruitgang op het vlak van duurzaamheid, milieubescherming en ecologie. Tot biologische landbouwmethodes en een groeiend besef dat zowel de producent als de consument impact hebben op onze natuurlijke hulpbronnen en op alle mensen die er afhankelijk van zijn.
Empowerment, ecologie en economie
De impact reikt bovendien verder. Mensenrechten, gender, milieu, gezondheid … ze komen op de agenda zodra er sprake is van een berekenbaar, stabiel, eerlijk inkomen. In de faire wereld die daaruit kan groeien, verwerven vrouwen gelijkheid en kansen omdat ze impact hebben en over financiële middelen beschikken. Ze ontwikkelen kennis en vaardigheden, en ze worden onafhankelijker. In een faire wereld primeert samenwerking, en is samen bouwen aan een gemeenschap belangrijker dan individuele winst.
Fair trade is met andere woorden een voorwaarde. Een eerste stap. Een manier om een basis te creëren, waarop vervolgens verder gebouwd kan worden aan een wereld die in het algemeen eerlijker is. Misschien moeten we ‘globalisering’ op die manier vormgeven?