Vezels zijn belangrijke stoffen voor een gezonde spijsvertering en zorgen voor een verzadigd gevoel na het eten. We kennen twee soorten vezels; oplosbare en onoplosbare. De eerste worden door bacteriën afgebroken in de dikke darm en houden de massa in de darm soepel en de tweede worden niet afgebroken en verlaten het lichaam ongewijzigd. Vezels komen vooral voor in volkorenproducten (bruin brood, volkorenpasta, bruine rijst), groente en fruit. Maar ook in peulvruchten (bruine bonen, kikkererwten, mungbonen), linzen en noten.
Oplosbare vezels
Oplosbare vezels nemen water op door middel van gelvorming. Hierdoor kunnen de vezels binden aan cholesterol, glucose en vetzuren. Op deze manier zorgen deze vezels ervoor dat deze stoffen minder opgenomen worden in het lichaam en afgevoerd kunnen worden. De voornaamste bron van oplosbare vezels zijn groente en fruit, en dan met name witlof, prei, artisjok, banaan, appel, asperges, ui en knoflook. Maar ook zaden, bonen, linzen, lijnzaad, aardappelzetmeel en arrowroot bevatten oplosbare vezels.
Onoplosbare vezels
Een tekort aan onoplosbare vezels kan leiden tot verstopping. De belangrijkste taak van onoplosbare vezels is het creëren van massa wat nodig is voor darmbewegingen. De darmen worden dus meer gestimuleerd hun werk goed te doen. Goede bronnen van onoplosbare vezels zijn (volle) granen, peulvruchten, wortels, maïs en koolsoorten. Maar ook noten, zemelen en muesli.
Vezelrijke toppers!
Als je gezond en gevarieerd eet, eet je allerlei verschillende vezelrijke producten. Zo profiteer je optimaal van wat vezels je te bieden hebben. Maar daarnaast kennen we ook nog eens de echte vezelbommetjes! Volkoren brood bevat bijvoorbeeld meer dan twee keer zoveel vezels als wit brood en volkoren pasta anderhalf keer zoveel vezels als niet volkoren pasta. Als er op de verpakking staat dat een product een ‘bron van vezel’ is, dan moet een voedingsmiddel tenminste 3 gram vezel per 100 gram bevatten. Als er staat ‘rijk aan vezel’ dan geldt dat een product tenminste 6 gram vezel per 100 gram moet bevatten. Goed om te weten als je op zoek bent naar die vezelrijke toppers.
Kies vezels tussendoor
Onze hoofdmaaltijden leveren vaak de meeste vezels. Maar inmiddels doen onze tussendoortjes daar niet meer voor onder. Steeds vaker kiezen we namelijk voor noten- en fruitrepen, een handje ongebrande noten of zelfgemaakte vezelrijke tussendoortjes. Vergeet natuurlijk ook niet dat stuk fruit of die snackgroente die je zo makkelijk mee kunt nemen in je tas. Ook die leveren de nodige vezels!
Nog even langs ons groenteschap...
Vezels halen we dus niet alleen uit granen, maar ook uit andere plantaardige voedingsmiddelen, zoals peulvruchten, noten, groente en fruit. En van deze laatste twee eten we te weinig. Maar liefst negen op de tien mensen eet te weinig groente en fruit, terwijl deze voedingsmiddelen naast vezels vele andere gezonde stoffen bevatten en daarom veel gezondheidswinst opleveren.
In onze pakketten vind je de gebruikelijke dosis groente en/of fruit voor zowel kleine als grote huishoudens. Heerlijke vezelrijke voedingsmiddelen om van te genieten! En heb je al onze verspakketten soep ontdekt waarmee je in een handomdraai een lekkere, zelfgemaakte erwten- of pompoensoep maakt? Het pakket bevat precies de juiste hoeveelheden voor 2 a 3 personen. No waste en bomvol vezels. Helemaal als je er nog wat volkoren brood bij serveert.
Compost zijn als vezels voor onze bodem
Zoals vezels uit voeding goed zijn voor ons lichaam, zo is compost dat voor de bodem. In de landbouw is een gezonde bodem cruciaal. In een gezonde bodem zien we dat het bodemleven onder andere bestaat uit een heel scala aan bacteriën en schimmels. Deze mico-organismen voeden zich met organisch materiaal. Een goede voeding, onder meer bestaande uit plantenresten, is voor het leven in de bodem daarom essentieel. Geen snelwerkende mest die veelal schade toebrengt aan het bodemleven, maar compost waar veel plantaardig materiaal in is verwerkt vormt na verloop van tijd een bodem rijk aan humus. In een humusrijke bodem komen minder bodemziekten voor doordat de bodemleven in balans is. De gewassen die erop groeien zijn weerbaarder en hebben daardoor minder last van ziektes. En een gezond gewas heeft weer minder bestrijdingsmiddelen nodig wat weer goed is voor bodem en milieu.
Net als een gezonde bodem die minder bestrijdingsmiddelen nodig heeft, zijn wij gezonder als we genoeg vezels uit onze voeding halen. En zo is de cirkel rond!
Powered by AdResults